Tea tree essentiële olie: fact check
Foto iStock
Tea tree essentiële olie staat in de top verkooplijst van essentiële oliën en is één van de eerste essentiële oliën die de startende aromatherapeut in huis haalt. De olie heeft de reputatie veilig en quasi-universeel inzetbaar te zijn wanneer een virus, bacterie of schimmel opduikt.
Klopt dat? In dit artikel zet ik een aantal feiten op een rijtje.
→ Heb je een topic dat je graag op de Aroma Blog wil lezen, stuur me een e-mail: hello@geertdevuyst.be
Dit is een artikel voor lezers “Beginner”. Dit artikel is niet bedoeld als vervanging voor professioneel medisch advies, diagnose of behandeling. Lees de Gebruiksvoorwaarden. Start je met essentiële oliën, lees dan de Voorzorgsmaatregelen
Tea tree essentiële olie
Tea tree essentiële olie wordt bekomen door stoomdistillatie van het blad van Melaleuca alternifolia, een kleine boom uit de Myrtaceae familie die inheems is in het noordoostelijke kustgebied van New South Wales, Australië. Volgens Muray werd de naam “tea tree” voor het eerst vermeld in Captain Cook’s verslag van zijn tweede reis, A Voyage to the South Pole, in 1777. De naam tea tree voert ook terug op de vroege kolonisten van Australië die thee maakten van het blad van M. alternifolia (Murray, 2020).
De literatuur beschrijft zes chemotypes: terpineen-4-ol; 1,8-cineool (eucalyptol); terpinoleen; de overige drie chemotypes worden gedomineerd door 1,8-cineool en verschillen in het gehalte aan terpineen-4-ol of terpinoleen (Homer et al., 2000). De in de handel verkrijgbare essentiële oliën zijn doorgaans van het terpineen-4-ol chemotype (Pranarom analysefiche OF23177).
Voor het terpineen-4-ol chemotype varieert het gehalte aan de terpeenalcohol terpineen-4-ol varieert volgens de ISO standaard tussen 35 en 48% (ISO 4730:2017). Dat is vergelijkbaar met een typische concentratie aan terpineen-4-ol in Echte marjolein (Origanum majorana) (Komaitis et al., 1992). Wilde marjolein (of Oregano) (Origanum vulgare, O. compactum) bevat doorgaans iets lagere concentraties aan terpineen-4-ol (Leyva-López et al., 2017).
Andere gebruikelijke essentiële oliën bekomen van planten uit het Melaleuca geslacht zijn Niaouli (M. quinquenervia, meerdere chemotypes) en Cajeput (M. cajuputi).
Manuka en Kanuka
In het domein van de infectieuze huidaandoeningen staat Tea tree essentiële olie niet alleen. Manuka, Mānuka (taal van de Māori, Nieuw-Zeeland) essentiële olie wordt gewonnen uit Leptospermum scoparium, een plant die sinds eeuwen wordt gebruikt door de inheemse bevolking van Nieuw-Zeeland en Australië: op de huid bij wonden, zweertjes en huidziekten en via inhalatie bij verkoudheid en koorts (Mathew et al., 2020). Ik bespreek Manuka in het artikel: Tea tree en Manuka essentiële oliën bij infectieuze huidaandoeningen (publicatie 14 oktober 2024).
Wie Manuka zegt, zegt Kanuka. Kanuka, Kānuka essentiële olie wordt bekomen uit Kunzea ericoides, een inheemse boom in Nieuw-Zeeland. Met een beperkte toxiciteit blijkt Kanuka essentiële olie een veelbelovend natuurlijk alternatief in de behandeling van vaak voorkomende huid- en nagelinfecties veroorzaakt door dermatofyten (schimmels) (Maddocks-Jennings et al, 2009).
Een typische analyse van Tea tree essentiële olie (Pranarom OF23177):
- monoterpeenalcoholen: terpineen-4-ol (41,35%), alfa-terpineol (3,01%)
- monoterpenen: gamma-terpineen (20,6%), alfa-terpineen (9,31%), terpinoleen (3,33%), p-cymeen (paracymeen) (3,14%), alfa-pineen (2,47%)
- terpeenoxiden: 1,8-cineool (3,13%)
Feit 1: Tea tree essentiële olie is niet voor inname
Ik maak me wellicht geen vrienden door te stellen dat Tea tree essentiële olie niet geschikt is voor inname. Een aantal auteurs publiceerde de voorbije decennia boeken waarin ze de inname van Tea tree essentiële olie tot de mogelijke toedieningswijzen rekenen. In haar controversieel maar absoluut noodzakelijk artikel uit maart 2023 citeert Camille Comet onder meer Valnet 1975, Bernadet 1983, Baudoux 2008, Goeb en Pesoni 2010, Faucon 2012 en Couic-Marinier 2013 (Comet, 2023). Bij het schrijven van dit artikel is mijn boekenkast ver van me verwijderd; ik zou zeker nog titels kunnen toevoegen aan dit lijstje.
Specifieke risico’s bij de inname van essentiële oliën
Als je de Aroma Blog regelmatig leest, dan weet je dat ik geen voorstander ben van de inname van essentiële oliën. En met reden. Als algemene regel, maar afhankelijk van de gebruikte botanische soort en extractiemethode, is de orale toepassing van essentiële oliën beperkt door specifieke risico’s: bij opname via het maag-darmstelsel zijn irritatie en ontsteking van het slijmvlies niet uitgesloten; het risico op hepatotoxiciteit (schadelijk voor de lever); geur- of smaakaversie.
Wat Tea tree essentiële olie betreft, los van de doorgaans als onaangenaam ervaren geur en smaak, is een rapport van het Franse ANSES (Agence nationale de sécurité sanitaire, de l’alimentation, de l’environnement et du travail) uit 2020 duidelijk. Tea tree essentiële olie kan acuut giftig zijn bij inname. Met een LD50* tussen 300 en 2000 mg/kg kan Tea tree essentiële olie ingedeeld worden in categorie 4 van “acute toxiciteit” via orale toediening, met de vermelding “Schadelijk bij inslikken” in de zin van de CLP-verordening (ANSES, 2020).
De zogenaamde CLP regelgeving (indeling, etikettering en verpakking; Classification, Labelling and Packaging) is van toepassing indien een plantenextract bedoeld is voor extern gebruik, niet onder de cosmetica definitie valt en niet als voedingsmiddel kan worden gecommercialiseerd (Verordening (EG) nr. 1272/2008).
Met het rapport sluit het ANSES aan bij de monografie van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) uit 2015, dat orale toediening en inhalatie expliciet uitsluit (EMA/HMPC, 2015).
Oxidatie
Tea tree essentiële olie heeft een opvallend beperkte houdbaarheid na opening van het flesje.
Zelfs indien de aromatherapeut de ogen sluit voor ANSES en/of het EMA, schuilt de toxiciteit in elke flesje Tea tree essentiële olie. De boosdoener heet oxidatie. Tea tree essentiële olie heeft een opvallend beperkte houdbaarheid na opening van het flesje. Oxidatieve reacties met terpinen-4-ol en alfa-terpineen leiden tot de vorming van peroxiden, endoperoxiden en epoxiden, zoals ascaridool, bestanddelen met een aanzienlijke toxiciteit (Sciarrone et al., 2010). In mijn ervaring is de houdbaarheid 3 tot maximaal 6 maanden na opening bij een regelmatig gebruik.
* Een enkele dosis van een stof die verondersteld wordt de dood van 50% van een populatie te veroorzaken.
Feit 2: De antimicrobiële werking is niet enkel toe te schrijven aan het "actief bestanddeel" terpineen-4-ol
Hoewel de breedspectrum antimicrobiële werking vaak wordt toegeschreven aan de hoge concentratie aan terpineen-4-ol, blijkt uit onderzoek dat dit verband niet opgaat. Een studie in Current Microbiology uit 2019 besluit dat de antimicrobiële werking van Tea tree essentiële olie het resultaat is van een complexe interactie tussen verschillende bestanddelen (Brun et al., 2019).
Een studie uit 2022 in onderzoekt de potentiële toepassing van Tea tree essentiële olie als desinfectiemiddel tegen coronavirussen. De auteurs noteren een verschillende biologische activiteit voor de drie voornaamste bestanddelen: terpineen-4-ol, gamma-terpineen en 1,8-cineool. De daaruit resulterende acties op de pathogeen zijn dus verschillend en verklaren samen de resulterende werking (Romeo et al., 2022).
Feit 3: Tea tree is op zijn best op de huid
Een gouden regel van de aromatherapie (kies de essentiële olie met de sterkste werking en de minste voorzorgen, bij een gesteld doel) leidt tot volgend besluit.
De voornaamste toepassingen van Tea tree essentiële olie zijn te vinden bij infectieuze huidaandoeningen en wondheling, minder bij infecties van de luchtwegen.
Om dit concreet te maken volstaat het Tea tree essentiële olie te vergelijken met bijvoorbeeld Ravintsara essentiële olie (Cinnamomum camphora CT 1,8-cineool, blad):
- De antibacteriële, antivirale en schimmelwerende eigenschappen van Tea tree essentiële olie blijken optimaal inzetbaar bij wondheling en een aantal infectieuze huidaandoeningen.
- De antivirale eigenschappen en de expectorante werking van Ravintsara essentiële olie, vaak toegeschreven aan het hoge gehalte aan 1,8-cineool, geven haar een plaats bij een aantal infectieuze aandoeningen van de lage luchtwegen. Hetzelfde geldt voor andere eucalyptol-houdende essentiële oliën. Lees hierover: Zoom op Eucalyptus in aroma okt-dec. 2023
Ik bespreek deze toepassingen van Tea tree essentiële olie in het artikel: Tea tree en Manuka essentiële oliën bij infectieuze huidaandoeningen (publicatie 14 oktober 2024).
Literatuurlijst onderaan dit artikel.
Andere referenties:
- Anses. (2020). Avis de l’Anses relatif à « l’utilisation d’huiles essentielles de Melaleuca dans la composition des compléments alimentaires ». https://www.anses.fr/fr/system/files/NUT2018SA0096.pdf
- EMA/HMPC. European Union herbal monograph on Melaleuca alternifolia (Maiden and Betch) Cheel, M. linariifolia Smith, M. dissitiflora F. Mueller and/or other species of Melaleuca, aetheroleum.
- International Organization for Standardization. (2017). Essential oil of Melaleuca, terpinen-4-ol type (Tea Tree oil) (ISO Standard No. 4730:2017). https://www.iso.org/standard/69082.html
- Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006.
Foto iStock.
Dit artikel is auteursrechtelijk beschermd. Contacteer me indien je een uittreksel wenst te gebruiken.